Bij de uitvoering van het beoordelingsproces wordt via verschillende toetslagen (eenvoudig/gedetailleerd) en toetssporen (faalmechanismen) 'van grof' naar fijn een resultaat bepaald. Bij het assembleren van deze resultaten wordt volgens het assemblageprotocol het veiligheidsoordeel van een traject bepaald. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de oordelen per toets, per vak, per toetsspoor en per traject.

Het assembleren vormt, zoals onderstaande figuur laat zien, een essentiële stap in het beoordelingsproces. Zowel voor het uitvoeren van gevoeligheidsanalyses en het rapporteren over de beoordeling is de assemblage nodig om een veiligheidsoordeel te (laten) bepalen. Daarnaast is het veiligheidsoordeel van belang voor het conformiteitsproces met ILT en het creëren van het Landelijk veiligheidsbeeld. Laatstgenoemde processen worden ondersteund met het Waterveiligheidsportaal (WVP).

Het assembleren geeft een oordeel over de mate waarin wel of niet aan de norm wordt voldaan (vergelijkbaar met het 'energielabel'). In de ontwikkeling van het Wettelijk Beoordelingsinstrumentarium (WBI) is voorzien dat vanaf 2019 het assembleren onderdeel vormt van de probabilistische beoordeling. Daarmee zal vanaf dat moment de assemblage (kunnen) resulteren in een overstromingskans op trajectniveau.

Verder naar Assemblage-server (GML)

  • No labels